De NOS signaleert vandaag dat er grote achterstanden zijn ontstaan in de opsporing van zedenmisdrijven. In feite worden heel veel misdrijven al jaren niet meer daadwerkelijk opgespoord vanwege overbelasting van de politie. En dit betreft bepaald niet alleen zedenmisdrijven. De politie meldt dat er 850 zaken al een half jaar lang liggen te wachten op behandeling, maar dat verhult dat er volgens LANGZS óók nog talloze zaken liggen, die al veel ouder zijn en die ook stilliggen, vaak zelfs ruimschoots langer dan een jaar. Verder verhult het dat de meeste slachtoffers niet eens weten dat er niks met hun aangifte gebeurt, omdat de politie zeer slecht bereikbaar is. Daarnaast is niet alleen het opsporingsapparaat verstopt, maar loopt de verdere vervolging door het Openbaar Ministerie ook spaak, eveneens door capaciteitstekorten, zowel bij het OM als bij de rechtspraak. De corona-achterstanden in strafzaken mogen dan grotendeels weggewerkt zijn, maar de gewone achterstanden en de doorlooptijden zijn in veel arrondissementen nog steeds enorm.
Schrijnende effecten
Volgens het Europese mensenrechtenverdrag moeten strafzaken binnen een redelijke termijn worden afgedaan. De lange doorlooptijden in de opsporing en vervolging leiden ertoe dat in veel zaken die redelijke termijn wordt overschreden. In zulke gevallen heeft de verdachte, áls het al tot een veroordeling komt, vaak recht op korting op de straf. Die strafkorting daders is echter een klap in het gezicht van slachtoffers, die immers ook recht hebben op een behandeling van hun zaak binnen een redelijke termijn. LANZGS vindt eigenlijk dat die strafkorting afgeschaft moet worden. Als het capaciteitsgebrek in de opsporing leidt tot schending van de redelijke termijn, dan mag de verdachte daar geen voordeel van hebben. Als de dader tóch strafkorting krijgt, dan zou het slachtoffer ook compensatie moeten krijgen, bijvoorbeeld in de vorm van extra smartengeld.
Slachtofferpiket kan uitkomst bieden
Eenvoudige tijdwinst valt te behalen door het informatieve gesprek met de politie af te schaffen. Wat de slachtofferadvocatuur betreft, is dit informatieve gesprek sowieso niet standaard nodig. De in slachtofferzaken gespecialiseerde advocaten van LANGZS en van de NVSSA zetten zich al jaren in om bij te dragen aan een vlotte opsporing en vervolging. Recent hebben de slachtofferadvocatuur, het Ministerie van Justitie, Slachtofferhulp Nederland, de politie en de Raad voor Rechtsbijstand een slachtofferpiketregeling in het leven geroepen, en in enkele regio’s met groot succes uitgetest. Dit slachtofferpiket kan helpen bij het oplossen van veel knelpunten. Helaas ligt de landelijke invoering van het slachtofferpiket stil in afwachting van voldoende financiering en vanwege organisatorische knelpunten bij de betrokken overheidsinstanties.
Financiële kwestie en bestuurlijk onvermogen
Vermeend geldgebrek en bureaucratie zijn overigens vaker een struikelblok bij het beschermen van de rechten van slachtoffers. Het Openbaar Ministerie erkent dat de uitbreiding van de slachtofferrechten op budgettaire bezwaren stuit. Onlangs nog becijferde procureur-generaal Otte in Trouw dat het verwijderen van persoonsgegevens van slachtoffers uit het strafdossier ruim 20 miljoen euro extra gaat kosten. Dat is echter volgens LANGZS onvoldoende reden om dan maar af te zien van dergelijke maatregelen die onmiskenbaar in het belang van het slachtoffer zijn.